Louis kwam ik al een paar keer tegen op de Scauting locatie in Assen. Een aardige man. Een man met verbindende kwaliteiten, dat viel me meteen op. Oprecht geïnteresseerd in de mensen om hem heen.
Zijn favoriete bezigheid is puzzelen.
Louis: ”Ik hou van puzzelen, het geeft mij rust. Al kan het ook een flinke uitdaging zijn. Met sommige puzzels ben ik weken bezig. Ik heb eens een Baantjer puzzel gemaakt, die moest je maken zonder voorbeeld afbeelding. Je moest het boek gelezen hebben om te weten wat er op de puzzel te zien zou zijn. Ik ben fan van de Baantjer boeken, ik heb ze bijna allemaal.”
Hij laat me een foto zien van de kast waarin zijn Baantjer verzameling staat, keurig op volgorde.
Louis: “Ik mis deel 3, 8 en 16 nog, zoals je ziet. Maar het moeten wel de boeken zijn die het nummer op de rug hebben staan. Zoals op de foto. Ik heb ook alle CD’s van de Kast. Ik sprak hun zanger Syb van der Ploeg een keer, ik zei dat ik thuis een speciale kast heb waarin ik alles van de Kast bewaar. Dat vond hij wel leuk.”
Louis vertelt me over zijn turbulente leven. Hij is de jongste van een gezin met acht kinderen, hij heeft een Italiaanse moeder en een Hollandse vader. Het is een verhaal over een onveilige jeugd met misbruik en ander huiselijk geweld. Het maakt dat de acht kinderen uit elkaar gehaald worden en op verschillende plekken in Nederland ondergebracht. Met twee van hen heeft Louis nog contact. Onverwachte verhuizingen, internaten, pleeggezinnen en tal van andere onzekerheden. Met ook nog een ernstig ongeluk op zijn zestiende. Hij ondervindt er tot op de dag van vandaag last van.
Louis: “Ik heb EMDR gehad, dat heeft me erg geholpen. Alle heftige gebeurtenissen uit mijn leven zaten als een grote warboel in mijn hoofd. Met behulp van EMDR kon ik die kluwen uit elkaar halen. Ik stopte elk onderdeel van mijn geschiedenis in een eigen map. En deed uiteindelijk alle mappen bij elkaar in een archiefkast. En die archiefkast heb ik voorgoed op slot gedaan.”
Lichtpuntje uit zijn jeugd is de tijd dat hij twee jaar lang bij dezelfde pleegouders kon wonen.
Louis: “Heel belangrijke mensen zijn dat voor mij. Ik heb af en toe nog contact met ze. Ik zeg vaak dat zij degenen zijn die mij hebben opgevoed. Bij hen kon ik mezelf zijn. Zij lieten mij in mijn waarde, zonder mij onder druk te zetten. Ik had bijvoorbeeld heel veel moeite met eten. In het internaat moest ik dan net zo lang blijven zitten tot ik mijn bord leeg had. Daar zat ik dan urenlang, helemaal alleen in de eetzaal. Deze pleegouders lieten me eten wat ik wel lustte, en gaven me daarbij steeds heel kleine lepeltjes groente om me daaraan te laten wennen. Zonder dwang. Wat een verschil. Ik vind eten tot op de dag van vandaag soms ingewikkeld. Ik heb thuis nog steeds een bord met vakjes, zodat de verschillende dingen op het bord elkaar niet raken. Anders lust ik het niet.”
Hij vertelt hoe deze pleegouders voor hem opkwamen. En hoeveel indruk dat op hem maakte.
“Ik kreeg een keer een boete. Ik fietste door een fietstunnel, bij de uitgang stond politie. Ik kreeg die boete omdat ik zonder licht reed. Maar ik had de dynamo even van mijn voorwiel losgemaakt, omdat het anders zo zwaar fietste, de helling op. Boven zou ik mijn licht meteen weer hebben aangedaan. Maar ze geloofden mij niet. Mijn pleegouders zijn toen met mij meegegaan naar de politie. Ze stonden vierkant achter mij. En die boete? Die heb ik dankzij hen nooit hoeven te betalen.”
Pas zeven jaar geleden kreeg hij de diagnose autisme.
Louis: “Daarvoor dachten ze dat ik borderline had. Hoe meer ik leer over autisme, hoe meer ik me erin herken. Ik krijg nu ook eindelijk de juiste ondersteuning. Ik vind boodschappen doen bijvoorbeeld vaak erg lastig. Al die mensen, de onrust. Iedereen lijkt haast te hebben. Al die prikkels, ik kan daar helemaal niet tegen. Soms gaat mijn Scauting coach Mira met mij mee naar de winkel. Dat helpt mij. Ik ben vooral heel gevoelig voor geluid. Ik heb heel goede oren. Als hier iemand over de gang loopt weet ik meteen wie het is. Iedereen loopt op een bepaalde manier. Ook als iemand andere schoenen draagt dan normaal weet ik toch meteen wie het is. Auto’s herken ik ook van verre.”
Hij vertelt me hoe zijn week eruit ziet.
Louis: “Maandag komt mijn coach Mira thuis, dinsdag ga ik naar de Scauting locatie, woensdag repareer ik computers bij Assen Digitaal, donderdag ben ik weer bij Scauting, vrijdag ga ik naar mensen toe om ze te helpen met hun computer, zaterdag is voor vrienden en zondag is mijn rustdag. Ik hou van deze duidelijkheid. Ik weet tegenwoordig precies waar ik aan toe ben.”
Ik vertel hem dat het me opvalt hoe geïnteresseerd hij is in de mensen om hem heen. Hoe verbindend zijn rol is. Hij is belangrijk in deze groep mensen.
Louis: “We zijn hier allemaal belangrijk.”
PS: Wie helpt Louis aan deel 3, 8 en 16 van Baantjer? Hij zoekt dus de boeken die het nummer op de rug hebben, zoals op de foto in het stukje.
Hanneke Kappen